Verwerking – Hannibal (Michael De Cock)

 

bel10_michaelIk heb drie fragmenten uit het boek geselecteerd die mij op de een of andere manier wisten aan te spreken.

Fragment 1

Vandaag nog herinner ik mij de schreeuw van Indortes toen het vlijmscherpe zwaard zijn oogkassen doorboorde. Zoals ik mij ook herinner hoe Mathos, de opstandige huurlingenleider, op bevel van mijn vader door de smalle straten van Carthago naar de top van de citadel werd gedreven. Beschimpt en bespot, geslagen en geschopt door de joelende massa. Tot hij uiteindelijk voor de tempel van de God Melkart mijn vader moest aanschouwen, terwijl er om hem heen gedronken en gefeest werd. Het zijn taferelen die ik zag als kind en die me tot vandaag haarscherp voor de geest staan. Nooit of nooit, zo nam ik mij toen voor, zou ik levend in handen van de vijand vallen. Nooit zou ik mijn vijanden het succes gunnen mij te beschimpen en geketend als een beest rond te leiden. Nooit! Het is vandaag nog evengoed mijn overtuiging als al die jaren geleden. (p. 11)

Dit fragment kan je eigenlijk als sleutelpassage zien in de Punische oorlogen. Hetgeen Hannibal namelijk in zijn jeugd gezien heeft, heeft bepaald hoe hij is geworden. Hij heeft gezien hoe zijn vader de vijand gemarteld heeft en heeft voor zichzelf besloten dat hem dit nooit zal overkomen. Dit is natuurlijk de reden dat hij uiteindelijk zelfmoord pleegt. Maar dit geeft hem ook controle tijdens zijn leven. Hij bepaalt hoe hij zal sterven en de angst om in handen van de vijand te vallen ebt hierbij weg. Dit geeft Hannibal macht en zelfvertrouwen om te doen wat hij heeft gedaan. Hierdoor kan hijonverschrokken door het leven gaan. De keerzijde van die onverschrokkenheid heeft echter wel bepaald hoe Carthago ten val is gekomen. Moest hij die wreedheden niet hebben gezien en niet voor zichzelf besloten zou hebben om nooit in handen van de vijand te vallen, zou de geschiedenis er misschien anders hebben uitgezien. Dan ging hij waarschijnlijk angstiger door het leven en zou hij de tocht over de Alpen misschien niet hebben aangedurfd, maar dan zou Carthago misschien wel nog bestaan of alleszins niet door zijn schuld ten val zijn gekomen.

Fragment 2

Nooit heb ik de aarde zo bezaaid gezien met lijken als die dag, bij het dorpje dat Cannae heet. Het onooglijke plekje in Zuid-Italië zal voor altijd worden herinnerd om het bloedbad dat er zich toen afspeelde. Overal waar je keek, lagen er doden. Op en onder en tegen elkaar. Armen, benen, hoofden, ja, zelfs stukken hoofd lagen kriskras door elkaar zodat je niet meer kon zien welke arm bij welk lichaam hoorde, welk been, welke hand, welk hoofd van welke soldaat was. En overal waar je keek was bloed, alsof een dieprode verf over die eindeloze mensenmassa was uitgegoten. Zoals een slager het vlees hakt of een priester een offerdier de keel oversnijdt, zo werd er de hele dag gemoord en geslacht. Tot onze armen er pijn van deden, onze spieren er stram van waren, en we een voor een even aan de kant moesten om onze wapens, afgebot door het eindeloos inhakken op mensenlijven, weer aan te scherpen.  (…) Er hing een weeë geur over het slagveld. Die drong tot diep in mijn lijf naar binnen. Ook al had ik een doek om mijn neus en om mijn mond geslagen. De stank, die werd uitgedragen door de warme siroccowind die uit Afrika komt, drong overal doorheen. Wie die geur ooit heeft geroken, vergeet hem zijn hele leven niet meer. Zelfs vandaag kan ik hem nog ruiken. Dan sta ik in een klap weer daar, op het veld van de dood. Bloed, ingewanden, hersenen, gemengd met urine en uitwerpselen die de stervenden niet meer hadden kunnen ophouden in hun laatste moment, lagen tussen en over de lijken heen. De vlakte was één grote mensenzee. (p. 128)

Ik heb dit fragment geselecteerd, omdat ik het gevoelsmatig heel confronterend vind. Ik heb zelf gelukkig nog nooit een oorlog meegemaakt. Het beeld dat je bij jezelf oproept als je aan oorlog denkt is niet mooi, maar hoe De Cock het hier weet te verwoorden is afschuwelijk. Maar net dat vind ik zo goed. Als we over geschiedenis en veroveringen praten, weten we heel goed dat er slachtoffers voor gevallen zijn, maar deze gedachte vloeit ook weer snel weg. De ongerepte taal in dit fragment en de vele details maken het verhaal levensecht en kunnen me heel goed doen inleven. Het leek zelfs even of ik op dat slagveld stond en braakneigingen kwamen dan ook spontaan naar boven. De dood werd nog nooit zo plastisch en onaantrekkelijk beschreven als hier. Dit vond ik confronterend, omdat de dood in onze maatschappij vaak eerder geromantiseerd wordt. Een dikke pluim voor Michael De Cock! Hier weet hij het menselijke en fysieke aspect en de gruwel ervan, dat wij zoveel jaren later vaak vergeten, naar boven te halen.

Fragment 3

De illusies waarmee ik uit Cartagena vertrokken was, hadden plaatsgemaakt voor een gevoel dat ik tot op vandaag niet in woorden kan vatten. Hoe vreemd toch het mysterie van aankomst en vertrek. Wat bleef er over in Italië? Een handvol herinneringen die wegwaaien in de tijd, als zand in een woestijnwind. En een bronzen plaat bij de tempel waar ik naar keek, terwijl mijn schip almaar verder wegvoer van Italië. IJdel verzet tegen de eeuwigheid. Want wat blijft er, in het licht van de eeuwen, van een tempel of van een beeld? Niets is gemaakt voor altijd. Ook marmeren tempels brokkelen af en eindigen als ruïnes van steengruis en troosteloos stof, waar hooguit een enkele zuil van overeind blijft. (p. 203)

Dit fragment geeft een mooi contrast van hoe we Hannibal kennen uit de geschiedenisboeken. Hannibal wordt namelijk vaak beschreven als dapper en onverschrokken, die geen uitdaging uit de weg gaat. Helaas heeft die onverschrokkenheid hem blind gemaakt voor bepaalde gevaren wat zijn ondergang was. In dit stukje komt Hannibal eerder negatief over en gekrenkt in zijn trots. Hierbij minacht hij elke poging die hij heeft ondernomen om de Romeinen te overwinnen en zelfs elke poging in het algemeen om oorlog te voeren.  Want wat stelt de verovering van een tempel op lange termijn nog voor? Helemaal niets. En daar wordt hij zich hier van bewust. Hij lijkt hier echt spijt te hebben van alles waar hij zoveel energie in heeft gestoken en je voelt zijn moedeloosheid. Hij stelt zich heel kwetsbaar op en hier weet De Cock zich wel te onderscheiden van de geschiedenisboeken, die enkel feiten en geen gevoelens  weergeven.

Leave a comment